Opening eerste Tuinkamer met Aandacht
Donderdagochtend 6 oktober werd de eerste Tuinkamer met Aandacht, een initiatief van Kamers met Aandacht, in Utrecht geopend. Maarten van Ooijen staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, overhandigde de sleutel aan Daniël, de eerste bewoner van een Tuinkamer met Aandacht. Daniël is net 18 geworden en stroomt daarom uit de jeugdzorg. Maar helemaal op eigen benen staan is nog wat lastig. Daarom is een plek zoals deze Tuinkamer met Aandacht ideaal. Zo kan hij wel op zichzelf, maar heeft hij hulp in de buurt indien nodig.
Na de overhandiging van de sleutel mocht Daniël de staatssecretaris en Utrechtse wethouder Jeugdzorg Dennis de Vries rondleiden door zijn eigen net opgeleverde tiny house. De woning van Daniël staat naast de woonboot van Inge en Peter van gezinshuis ‘Niet zonder Lola’. Zij bieden Daniël de aandacht en steun die hij nodig heeft nu hij op eigen benen staat.

Van Kamer naar Tuinkamer met Aandacht
Kamers met Aandacht koppelt particuliere kamerverhuurders aan jongeren die bijvoorbeeld de jeugdzorg verlaten als ze 18 worden. De verhuurder biedt naast woonruimte de jongere een steuntje in de rug. Bijvoorbeeld door samen de dag door te nemen of te helpen met praktische zaken rond werk of opleiding. “De nood is hoog: er is een enorm tekort aan passende woonruimte voor kwetsbare jongeren” vertelt Bianca van der Neut, directeur Kamers met Aandacht. “Velen zijn toe aan zelfstandig wonen, maar vinden het wel prettig om een aanspreekpunt te hebben. Daar zijn deze plekken ideaal voor”.
Kamers met Aandacht werft al een aantal jaar kamers in Utrecht bij particulieren in huis. “Een aantal geïnteresseerden uitten de afgelopen jaren twijfels vanwege de inbreuk op hun privacy als een jongere bij hen in huis kwam, maar boden wel hun tuin aan. Zo ontstond het idee om tiny houses te plaatsen bij kamerverhuurders die dat willen en er ruimte voor hebben. Zo heeft zowel de jongere als de verhuurder meer privacy. Geen gewone Kamer met Aandacht, maar een Tuinkamer met Aandacht” aldus Van der Neut.

“We willen de kinderen van ons gezinshuis niet zomaar loslaten als ze 18 worden. Maar waar kunnen ze naartoe? De Tuinkamer met Aandacht is niet alleen voor Daniël een cadeau, maar zeker ook voor ons!
Inge (gezinshuisouder ‘Niet zonder Lola’)
Vergunning binnen mantelzorgwetgeving
Het idee was snel geboren, toch duurde het nog twee jaar voordat alles rond was. “Je mag natuurlijk niet zomaar een tiny house plaatsen bij iemand in de tuin”, geeft Van der Neut aan. “Daar moet je als kamerverhuurder een vergunning voor aanvragen, dat is tijdrovend en kostbaar.” De gemeente Utrecht heeft daarom besloten om in een pilot twee vergunningen voor tiny houses te verlenen binnen de mantelzorgwetgeving. “Hierdoor kunnen we de tiny houses sneller plaatsen”, vertelt Van der Neut. In deze pilot geeft Utrecht toestemming om voor een periode van 5 jaar twee tiny houses te plaatsen. Kamers met Aandacht is nog op zoek naar eigenaren van een grote tuin waar het tweede tuinhuis geplaatst kan worden.
Utrechtse wethouder Jeugdzorg Dennis de Vries is blij met de aftrap van de pilot. “De jongeren die nu uit de jeugdzorg komen vallen vaak in een gat. Helemaal op eigen benen staan is een nog net te grote stap, maar vaak zijn er weinig andere mogelijkheden. Ik ben dan ook blij dat we als gemeente kunnen helpen om die stap te overbruggen met zo’n mooie oplossing. Nu kunnen jongeren zo goed als helemaal op eigen benen staan, maar is er altijd hulp beschikbaar als die nodig is”.
Sterke samenwerking
Volgens Van der Neut waren de tiny houses er niet geweest zonder het vertrouwen en (financiële) steun van een aantal belangrijke partijen. De woonunits worden in samenwerking met UW afgebouwd door (jong)volwassenen met een afstand tot de arbeidsmarkt, in het kader van werkleertrajecten. Naast Kansfonds, FNO en Stichting DOEN hebben WHAM fonds, Elise Mathilde, Janivo stichting en Stichting het R.C. het Maagdenhuis een financiële bijdrage geleverd. Ozio zonnepanelen, Gamma Utrecht Maarssen, Kitchenettes direct, Respekta Duitsland, EQUANS, Technische Unie en Nefit Bosch hebben een materiële bijdrage geleverd aan dit project.
